Oost en West Canada 

Oost en West Canada rondreis in 23 dagen

Dag 1: Brussel of Amsterdam - Toronto

Vlucht naar Toronto. Op de moderne luchthaven van Toronto neemt u uw huurauto in ontvangst en rijdt u naar uw hotel in het centrum. Een absolute aanrader is een bezoek aan de 553 m hoge CN Tower. Deze toren biedt een werkelijk onovertroffen uitzicht over de stad! Direct aan Lake Ontario ligt Toronto, de grootste stad van Canada. Het heeft een prachtige skyline, met als (letterlijke) hoogtepunt de CN Tower. Diverse bouwstijlen en de multiculturele Neighbourhoods creëren samen het bijzondere karakter. Toronto is een walhalla voor liefhebbers van goede restaurants, musicals, musea en kunstgalerieën.

Dag 2: Toronto - Niagara falls (136km)

Toronto is de grootste stad van Canada en is tevens het economische hart van het land. U kan deze stad te voet of met het openbaar vervoer beter leren kennen. Bijvoorbeeld door een bezoek te brengen aan de CN Tower, één van de hoogste torens ter wereld, of ga winkelen in het winkelcentrum Eaton Centre. Daarnaast zijn er in Toronto verschillende musea en kunstgalerijen die een bezoekje waard zijn.

Canadian National Tower (CN Tower): De Canadian National Tower behoort met zijn 553 meter tot de hoogste gebouwen ter wereld en bepaalt grotendeels de skyline van Toronto. Er zijn drie verdiepingen te bezoeken, met de SkyPod op 447 meter als hoogste uitkijkpunt. Vanaf hier kun je op een heldere dag 160 kilometer ver kijken en bijvoorbeeld de Niagara-watervallen zien. Bovenin bevindt zich een ronddraaiend restaurant. Echte durfallen doen de EdgeWalk, een wandeling over de rand op 356 meter hoogte. De EdgeWalk is in de winter en tijdens slechte weersomstandigheden gesloten.  
Rogers Centre: Direct naast de CN Tower ligt het Rogers Centre, het eerste gebouw ter wereld met een volledig beweegbaar dak. Naast wedstrijden van de Toronto Blue Jays (honkbal) en de Toronto Argonauts (Canadian football) vinden er grote evenementen plaats. Volg een rondleiding door het stadion en krijg een goede indruk van Canada’s favoriete sporten.
Royal Ontario Museum (ROM): Het Royal Ontario Museum is het grootste museum van Canada en biedt voornamelijk tentoonstellingen over wereldculturen en natuurlijke geschiedenis. Het gebouw zelf is al een kunstwerk op zich, met de combinatie van klassieke en moderne stijlen. De collectie wereldculturen bevat veel unieke kunstvoorwerpen, met name van Aziatische, Afrikaanse en Europese culturen. Bekijk mummies uit het oude Egypte, eeuwenoude meteorieten en gigantische skeletten van dinosauriërs.
Hockey Hall of Fame: Eén ding moge duidelijk zijn: Canadezen zijn gek op ijshockey. Het is zelfs benoemd tot de officiële sport van Canada. In de Hockey Hall of Fame kun je nader kennismaken met de Canadese ijshockeygekte. In het museum leer je meer over de ontwikkeling van de populaire sport en vind je een uitgebreide collectie van foto's, prijzen en hockey-memorabilia. In de Hall of Fame komen legendarische spelers en teams aan bod. Vuur een puck af op een 'goalie', bekijk een 3D-film (uiteraard over ijshockey) en bestudeer de Stanley Cup - de belangrijkste ijshockeytrofee van Noord-Amerika.
Casa Loma: In het noorden van Midtown, de meer knusse tegenhanger van Downtown, torent boven alle huizen een middeleeuws aandoend kasteel uit. Casa Loma werd in het begin van de twintigste eeuw gebouwd door sir Henry Pellatt, een liefhebber van de middeleeuwen die door stroomopwekking bij de Niagara Falls steenrijk was geworden. Het kasteel bestaat uit tientallen vertrekken, torentjes, geheime doorgangen en schitterende tuinen (open tussen mei en oktober). Na het faillissement van sir Pellatt werd het kasteel toegankelijk gemaakt voor het publiek. Bij het entreebewijs zit een multimediatour inbegrepen waarmee je op eigen gelegenheid door het kasteel kunt wandelen.
Fort York National Historic Site: Nieuwsgierig naar de vroegste geschiedenis van Toronto? Ga dan naar Fort York, dat in 1793 door de Engelsen werd aangelegd boven op de resten van een Frans fort. Rond het fort ontstond de nederzetting York, de voorloper van Toronto. Bekijk de oude gebouwen, kanonnen en tentoonstellingen. In de zomerperiode (juli en augustus) komt het fort echt tot leven. Woon een demonstratie bij van de soldaten van de Fort York Guard of ga mee met een tour.
Tommy Thompson Park: Een mooie plek om je te onttrekken aan de stadse drukte is het Tommy Thompson Park, gelegen op een kunstmatig gecreëerd schiereiland dat zich vijf kilometer uitstrekt in Lake Ontario. Het afwisselende landschap bestaat onder andere uit duinen, weiden met wilde bloemen, moerassen, bossen en kiezelstranden. Het is een prima locatie om te wandelen, fietsen en vogels te spotten.
Toronto Islands: Voor meer natuur en rust kun je een uitstapje maken naar de Toronto Islands. De kleine eilandengroep is autovrij en bereikbaar via een veerpont (vertrekt meerdere keren per dag vanuit Harbour Square). Er zijn mooie stranden, bossen en gazons die vooral in de zomer veel bezoekers trekken.

Vandaag rijdt u naar de enorme Niagara watervallen. Vanuit de verte ziet u enorme hoeveelheden waterdamp opstijgen uit de canyon waar ca 3000 kubieke meter water per seconde naar beneden stort.

Dag 3: Niagara watervallen - Kingston (285 km)

Maak zeker een boottocht met de Maid of the Mist. Deze boot brengt u tot bijna onder de watervallen (optioneel).

Maid of the Mist: De populairste attractie bij de Niagara-watervallen is de Maid of the Mist, waarbij je in een boot de Niagara-rivier op gaat voor een tocht naar de voet van de watervallen. Gelukkig krijgt iedereen aan boord een poncho, want door de mist van de watervallen kun je nog wel eens nat worden. De Maid of the Mist-boten vertrekken aan beide zijden: aan Amerikaanse kant vanaf de voet van de Observation Tower en aan de Canadese kant onderaan Clifton Hill. Let op: de boten varen vanaf april/mei tot eind oktober en vertrekken elk kwartier.

Rainbow Bridge: Via de Rainbow Bridge kun je (tegen betaling) met de auto/camper, fiets of te voet naar de andere kant van de Niagara-rivier. De brug zelf biedt mooie uitzichten op de watervallen en is een goede plek om het vuurwerk op vrijdagavond in het hoogseizoen te bekijken. Soms zijn er ook shows op woensdag- en zaterdagavond. Vergeet niet je paspoort mee te nemen, je steekt immers een landgrens over.

Amerikaanse zijde
Niagara Falls State Park: Dit park is het oudste staatspark van Amerika en omvat de American Falls, Bridal Veil Falls en een deel van de Horseshoe Falls. Het park telt verschillende attracties, de belangrijkste zullen hier besproken worden. Je kunt het park te voet verkennen of door middel van de Niagara Scenic Trolley. De trolley rijdt langs de American Falls en over Goat Island.
Prospect Point: Vanaf Prospect Point heb je een goed zicht op de watervallen. Hier staat ook de 86 meter hoge Observation Tower, met aan de voet ervan de opstapplaats van de Maid of the Mist.
Niagara Gorge Discovery Center: In dit centrum wordt de lokale en natuurlijke geschiedenis van de watervallen op een interactieve manier tentoongesteld. Op een scherm van 180 graden wordt een film getoond die laat zien hoe de Niagara-rivier al meer dan 12.000 jaar lang de rotsen en de kloof in het gebied uitslijt. Je vindt er tevens het Niagara Gorge Trailhead Center, het startpunt voor wandel- en fietstochten in de omgeving.
Cave of the Winds: Deze (betaalde) trip begint met een 53 meter diepe afdeling per lift in de Niagara Gorge. Gehuld in gele poncho’s en op speciaal schoeisel word je over houten bruggen en trappen naar het Hurricane Deck geleid, op zes meter afstand van de Bridal Veil Falls. Houd er rekening mee dat er hier een harde wind kan staan en dat je nat wordt.
Goat Island: Goat Island biedt uitzichten op de draaikolken, kloof, rivier en alle drie de watervallen. Ook ligt hier de ingang van de Cave of the Winds. Het eiland is te voet en per auto/camper bereikbaar. Een kleiner eiland, dat alleen te voet te betreden is, is Luna Island. Dit eiland ligt tussen de American en Bridal Veil Falls.

Canadese zijde
Queen Victoria Park: Dit park is het toeristische centrum vlak bij de watervallen en omvat tuinen, attracties, uitkijkpunten en bijna de gehele Horseshoe Falls. Ga naar Table Rock House voor een prachtig uitzicht op de Horseshoe Falls.
Skylon Tower: Vanaf de Skylon Tower in Queen Victoria Park heb je het hoogste uitzicht op de watervallen. Kijk je de andere kant op, dan zie je bij helder weer Toronto liggen. Een andere uitkijkpost is de Minolta Tower.
Journey behind the Falls: Ga in Queen Victoria Park met een lift naar de voet van de Horseshoe Falls en ervaar het natuurgeweld van onderaf en van achter. Op een observatieplatform zie je de waterval van heel dichtbij en via tunnels onder de waterval zelf hoor je het machtige gedonder van het naar beneden stortende water.
Botanical Gardens & Butterfly Conservatory: Ten noorden van de watervallen en van Queen Victoria Park liggen botanische tuinen en grote kas met 2.000 kleurrijke tropische vlinders in een regenwoudsetting.
Floral Clock: Nog een stukje noordelijker vind je de Floral Clock. Dit is een populaire plaats aan de Niagara Parkway om even te stoppen en een foto te maken. 16.000 bloemen vormen hier een klok, waarvan het design elk jaar twee keer veranderd wordt.
Whirlpool Aero Car: De Niagara Whirlpool is een natuurlijke draaikolk in de Niagara-rivier. Aan weerszijden vind je twee natuurparken: in Amerika ligt het Whirlpool State Park, in Canada het Niagara Glen Nature Reserve. Vanaf de Canadese kant kun je met een kabelbaan (Whirlpool Aero Car) een tocht over de rivier en de draaikolk maken.

Rond 15 uur reist u via Toronto naar het leuke plaatsje Kingston met zijn vele historische gebouwen, fort en oude huizen. Gelegen op een strategische plaats aan de rivier. De noordelijke oever van Lake Ontario vormt het hart van de Engelssprekende gemeenschap van Canada. Na de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog streken er veel loyalisten neer – mensen die trouw bleven aan de Britse kroon. De studentenstad Kingston draagt de bijnaam ‘Limestone City’, omdat veel historische gebouwen in Kingston zijn opgetrokken uit kalksteen. Populair zijn de boottochten door het labyrint van de Thousand Islands.

Dag 4: Kingston

Vandaag kan u in de omgeving van Kingston de mooie Thousand Islands verkennen per boot (inclusief). Vaar langs de vele eilandjes en breng een bezoek aan het zogenaamde ‘Bold Castle’.

Thousand Islands: In Kingston (of Gananoque) kun je een rondvaart boeken naar de Thousand Islands, een groep rotsachtige eilanden in de Saint Lawrence-rivier. Veel eilanden zijn privé-eigendom en bebouwd met de meest grote en luxe vakantiehuizen. Mooi om te zien is het eilandje ‘Just Room Enough’, waar precies één huis op past. Een andere leuke locatie is Boldt Castle op Heart Island. Het kasteel heeft kantelen, torens en maar liefst 120 kamers. Vanuit Gananoque varen boten naar Boldt Castle. In deze plaats start ook de Thousand Islands Parkway, een mooie route langs de oever met uitzicht op de eilanden. Liever onbewoonde eilanden met ongerepte natuur zien? Dat kan tussen half mei en half oktober in het Thousand Islands National Park. Begin je uitstapje in het Mallorytown Landing Visitor Centre aan de Thousand Islands Parkway, op circa 60 kilometer van Kingston. Het bezoekerscentrum is op dinsdag en woensdag gesloten.  
City Hall: Tussen 1841 en 1844 was Kingston de hoofdstad van Canada. Een fraai overblijfsel uit deze tijd is het in Engelse renaissancestijl gebouwde City Hall. Achter het stadhuis vind je de Public Market, met verse producten en werk van lokale kunstenaars. Vlak bij staan de prachtige St. George’s Cathedral en de Cathedral of Saint Mary of the Immaculate Conception.  
Bellevue House: Met 17 musea en historische locaties is Kingston een echte museumstad. Populair is Bellevue House, de voormalige villa van Canada's eerste minister-president, Sir John A. Macdonald. Het huis en de tuinen zien eruit zoals in de jaren 1840, toen Macdonald er woonde. Dagelijks geopend vanaf juli tot begin september, daarbuiten gelden beperkte openingstijden.  
Correctional Service of Canada Museum: Op het terrein van de voormalige Kingston Penitentiary, een zwaarbewaakte gevangenis, ligt het Correctional Service of Canada Museum, ook wel het Penitentiary Museum genoemd. Je krijgt hier een beeld van de penitentiaire geschiedenis van Canada, komt te weten hoe er voor orde en gezag gezorgd werd en ziet wapens en voorwerpen die door de eeuwen heen bij vluchtpogingen gebruikt zijn. Het museum is geopend van mei tot en met oktober, in de overige maanden kun je op afspraak langskomen.  
Fort Henry National Historic Site: In dit negentiende-eeuwse fort op de heuvel, herleven de hoogtijdagen van het Britse Rijk. Woon exercities, parades en de wisseling van de wacht bij. Werp een blik in de vertrekken van de officieren en de barakken van de soldaten en zie hoe men er vroeger leefde. In juli en augustus vindt elke woensdagavond (en soms op zaterdagavond) de Sunset Ceremonie plaats, een ceremonie met wapendemonstraties, strijdtactieken, militaire muziek, geweersaluten en afsluitend vuurwerk. Het fort is van half mei tot half september voor publiek geopend. Buiten het openingsseizoen kun je er zelfstandig rondkijken.

Dag 5: Kingston - Ottawa - Montreal  (389 km)

Mensen die meer tijd in Montreal willen, laten Ottawa, best links liggen zo wordt de route ook 100 km korter.

De tweetalige stad Ottawa vormt niet alleen het politieke hart van het land, maar is ook een belangrijk cultureel centrum. Er zijn veel hoog aangeschreven musea te vinden die een interessante kijk bieden op de geschiedenis en cultuur van Canada. De bekendste attractie van de hoofdstad is Parliament Hill.

Parliament Hill: Op de zuidelijke oever van de Ottawa-rivier prijken drie statige, neogotische gebouwen, die de thuisbasis van de Canadese overheid vormen. Een van de opvallendste kenmerken is de 92 meter hoge Peace Tower, die deel uitmaakt van het Centre Block. Aan de voet van de toren ligt het Visitor Welcome Centre. Hier beginnen dagelijks gratis tours (20 tot 60 minuten) door het Centre Block. Zorg dat je ‘s morgens op tijd aanwezig bent: er wordt slechts een beperkt aantal tickets per dag verstrekt. Tussen juli en september kun je eveneens mee met een rondleiding door het East Block, het oudste gedeelte. Andere gratis activiteiten bij Parliament Hill zijn het uitzichtpunt in de Peace Tower, de carillon-concerten (hele jaar door), tours rond de parlementsgebouwen (eind juni tot begin september), het wisselen van de wacht (eind juni tot eind augustus om tien uur ‘s morgens) en de muziek- en lichtvoorstelling Mosaika (elke avond van begin juli tot begin september). De parlementsgebouwen zijn van architectonisch en symbolische waarde en trekken elk jaar miljoenen bezoekers.
Confederation Boulevard: In de National Capital Region (Ottawa en Gatineau) zijn veel musea, overheidsgebouwen, monumenten en erfgoedplaatsen met elkaar verbonden via de Confederation Boulevard. De boulevard is 7,5 kilometer lang en voert je onder andere langs Parliament Hill, Sussex Drive en Rideau Hill.
Sussex Drive: Een van de belangrijkste bezienswaardigheden aan de bekende Sussex Drive is het gebouw met huisnummer 24: dit is namelijk het huis van de Canadese minister-president. Iets verder terug, bij nummer 1, ligt Rideau Hall, het huis van de gouverneur-generaal van Canada. Dit is het enige gebouw dat toegankelijk is voor het publiek. Ga mee met een gratis rondleiding (van mei tot oktober iedere doordeweekse dag, daarbuiten dagelijks) en bewonder de officiële vertrekken en mooie kunstwerken. Maak bij nummer 320 een stop. Dit is het hoofdkwartier van de Royal Canadian Mint, waar (herdenkings)munten en medailles geslagen worden. Volg een tour door de fabriek of vul je muntencollectie aan in de boetiek. Nog iets verder kom je uit bij de National Gallery of Canada (huisnummer 380), een van de eerste kunstgalerieën in Canada. De focus ligt op Canadese kunst, maar er zijn ook veel werken van Europese kunstenaars. Direct achter de kunstgalerie staat het indrukwekkende Reconciliation: The Peacekeeping Monument.
Rideau-kanaal: Dwars door de stad stroomt het 202 kilometer lange Rideau-kanaal, dat als dubbele waterval uitmondt in de Ottawa-rivier. In Rideau Falls Park heb je een mooi zicht op de watervallen. Het kanaal biedt veel recreatiemogelijkheden: zo vind je langs de kade mooie plantsoenen, parken en meren. In de zomer zie je er veel kano’s en plezierboten, ‘s winters vormt het kanaal de langste schaatsbaan ter wereld (ongeveer 8 kilometer). Een van de bekendste bouwwerken langs de kade is het Château Laurier, een reusachtig hotel in de stijl van een Loire-kasteel. Vanaf het terras heb je een goed zicht op de Ottawa Locks, een reeks sluizen in het kanaal. De sluizen overbruggen een hoogteverschil van wel 25 meter.

Montréal is na Toronto de grootste stad van Canada en na Parijs de stad met de meeste Franstalige inwoners ter wereld. Het vormt het culturele hart van Canada en als een van Noord-Amerika's oudste steden heeft Montréal een boeiende geschiedenis en prachtige architectuur. Daarnaast is het geliefd vanwege zijn goede restaurants.

 
Dag 6: Montréal
Het bruisende Montréal is het culturele centrum van de provincie Québec. Ga wandelen op de Mont Royal of breng een bezoek aan de Places Des Arts, de Grande Bibliothèque, de Opéra of één van de vele musea die Montréal rijk is. Wandel door Vieux Montréal of door de Jardin Botanique met zijn talloze plantensoorten. ’s Avonds kan u het bruisende nachtleven van deze stad ontdekken.

Vieux-Montréal (Old Town): In het oude centrum van Montréal waan je je even in Frankrijk. Langs de geplaveide straten staan veel historische gebouwen die in uitstekende staat verkeren. Het is een gebied met veel trekpleisters, waaronder mooie pleinen en de oude haven (Old Port). De bekendste pleinen zijn Place Jacques-Cartier en Place d’Armes.
Place d’Armes: Aan het Place d'Armes, het vroegere exercitieplein, staat de beroemde neogotische Basilique Notre-Dame uit 1829. Vooral het altaar is indrukwekkend: het goud van de achterpanelen steekt mooi af tegen de blauwe koepel van de kerk. Bijzonder zijn de glas-in-loodramen, waarop gebeurtenissen uit de geschiedenis van Montréal zijn afgebeeld. Boven het voorportaal bevindt zich een van de grootste orgels ter wereld. Aan het plein staan verder Montréals eerste wolkenkrabber en oudste gebouw, het katholieke internaat Saint-Sulpice uit 1685.
Place Jacques-Cartier: Als toerist mag je Place Jacques-Cartier niet overslaan. Het plein is vaak druk bevolkt met straatartiesten en staat ‘s zomers vol met terrasjes. Vlakbij ligt Vieux-Port, de oude haven die tegenwoordig omgetoverd is tot stadspark. Het is een mooie locatie om te wandelen, fietsen en een rondvaart te maken. Breng er ook zeker een bezoek aan het Centre des Sciences de Montréal, een interactief wetenschappelijk museum dat lering en vermaak biedt aan het hele gezin.
Ville Souterraine: Onder de straten en gebouwen van Montréal houdt zich nog een stad schuil: Ville Souterraine. Deze ‘ondergrondse stad’ is een enorm complex van ondergrondse hallen en tunnels die met elkaar verbonden zijn. Je vindt er verschillende hotels, 200 restaurants, 40 bioscopen en ongeveer 2000 winkels. Het effect van Ville Souterraine is onder andere zichtbaar in de Rue Sainte-Cathérine, een van de drukste winkelstraten van Canada. Een groot deel van de winkels loopt onder de grond door. De bovengrondse Rue Sainte-Cathérine vormt overigens een mooi contrast tussen oud en nieuw: zo staan de twee opvallendste wolkenkrabbers pal naast twee kathedralen. Eén daarvan is de anglicaanse Christ Church Cathedral.
Quartier Latin: Quartier Latin staat bekend om de theaters, artistieke atmosfeer, gezellige cafés en boetiekjes. Dit stadsdeel maakt weer deel uit van het Quartier des Spectacles, een levendig district met instellingen op het gebied van kunst en cultuur. Je vindt er van alles: van beeldende kunsten en literatuur tot opera, dans en muziek. Het is een populaire ontmoetingsplek en er vinden veel festivals plaats.
Parc du Mont-Royal: Montréal dankt zijn naam aan Mont-Royal, een grote heuvel die boven de stad uittorent en liefkozend ‘la montagne’ wordt genoemd. Bovenop Mont-Royal ligt het uitgestrekte Parc du Mont-Royal, dat eind negentiende eeuw werd ontworpen door Frederick Law Olmsted, die ook het Central Park in New York ontwierp. Op de oostflank van de heuvel staat een replica van het kruis dat de stichter van Montréal er in 1642 plantte. Beklim ook zeker de route naar het Chalet du Mont-Royal, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over de stad.
Oratoire St-Joseph: Aan de noordwestelijke zijde van Mont-Royal staat de witte katholieke kerk Oratoire St-Joseph, die gekenmerkt wordt door een gigantische koepel. De kerk is gewijd aan St. Joseph, de beschermheilige van Canada, en is een waar pelgrimsoord voor katholieken van over de hele wereld. Veel katholieken beklimmen al biddend op hun knieën de bijna driehonderd traptreden naar de kerk. Opvallend is de kapel die behangen is met krukken en wandelstokken, daar achtergelaten door gelovigen die na hun smeekbeden aan Broeder André weer konden lopen.
Jean-Drapeau Parc (Parc des Îles): Montréal vormde in 1967 het toneel van de Wereldtentoonstelling. Het evenement vond plaats op twee eilanden in de Rivière du Nord, Île Sainte-Hélène en Île Notre-Dame. Er zijn nog enkele bouwwerken behouden. De grote koepel van het Amerika-paviljoen bevat tegenwoordig de Biosphère, een onderzoeksfaciliteit en museum waar het klimaat en de natuur centraal staan. De eilanden zijn erg geschikt voor recreatie: je vindt er mooie tuinen, wandelpaden, een strand en het beroemde Formule 1-circuit Gilles-Villeneuve. Ten zuidwesten van de eilanden ligt het merkwaardige wooncomplex Habitat '67, bestaande uit circa 350 identieke betonnen blokken die in verschillende combinaties zijn verdeeld over twaalf verdiepingen. Alle huizen zijn met elkaar verbonden via weggetjes, trappen en platforms.
Musée des Beaux-Arts de Montréal: Het Musée des Beaux-Arts de Montréal, gesticht in 1860, is een van de belangrijkste kunstmusea van Canada. Het bezit een gevarieerde collectie met een nadruk op Canadese kunstenaars en trekt ongeveer 500.000 bezoekers per jaar. Een ander bekend museum is het Musée McCord d'Histoire Canadienne, gewijd aan de Canadese geschiedenis en cultuur. Schuin tegenover het museum ligt de campus van de Université McGill.

Dag 7: Montreal - Quebec City (255 km)

Vandaag reist u naar Québec City, de hoofdstad van de Franstalige provincie Québec. Vandaag brengt u door in Québec City, de oudste stad van Canada met een Franse cultuur. Wandel over het Dufferin Terras voor een panoramisch uitzicht over de machtige St. Lawrencerivier. Bezoek Château Frontenac en de strategische gelegen citadel. Bekijk het havenkwartier Le Vieux Port met zijn moderne architectuur. Als u een bezoek wil brengen aan een indrukwekkend natuurspektakel, kan u een uitstap maken naar de torenhoge Montmorency Falls, die twaalf kilometer ten oosten van Québec City liggen.

Dag 8: Quebec City

In de loop van de middag rijdt u terug naar Québec City.

Vieux-Québec (Old Town): De koloniale binnenstad is goed bewaard gebleven door de hoge stadsmuur en vestingwerken (‘Les Remparts’). In het westelijke deel van Vieux-Québec is de stadsmuur het meest intact gebleven. Old Town is verdeeld in Haute-Ville (Upper Town) en Basse-Ville (Lower Town) en staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Zoals de naam al aangeeft is Haute-Ville het hoger gelegen stadsgedeelte. Vroeger was dit deel voornamelijk voorbehouden aan hogere sociale klassen, waaronder adellijken en priesters. Basse-Ville was juist de woonplaats van de ‘gewone lieden’ en is een drukke wirwar van straten en gebouwen. De twee gedeelten zijn verbonden via de steile trap ‘Escalier Casse-Cou’ en de ‘funiculaire’, een kabelspoorweg tussen het Terrasse Dufferin (Haute-Ville) en Rue Petit-Champlain (Basse-Ville).

Haute-Ville
Château Frontenac: Hoewel de naam en het uiterlijk van dit kolossale gebouw anders doet vermoeden, is Château Frontenac nooit een kasteel geweest. Het is namelijk een hotel, dat ontworpen werd in opdracht van de Canadian Pacific Railway. Onderaan begint het Terrasse Dufferin, een brede boulevard langs de St. Lawrence-rivier. Je kijkt mooi uit over de rivier en de oude vestingwerken. In de zomer zijn er veel straatartiesten en kunstenaars te vinden.
La Citadelle: Een ander gebouw dat behoorlijk de aandacht trekt is La Citadelle, een stervormig bastion dat tot de grootste vestingen van Noord-Amerika behoort. Je hebt er een schitterend uitzicht over de stad. De citadel heeft nog steeds een militaire functie: in de zomermaanden kun je er om tien uur ‘s morgens de wisseling van de wacht van het 22e regiment bekijken. Hiervoor dien je eerst een ticket te kopen bij het Musée Royal 22e Régiment. Dit kaartje biedt meteen toegang tot het museum en een rondleiding door de Citadelle. Het museum beschikt over een uitgebreide collectie van (militaire) historische voorwerpen en kunstwerken.
Parc des Champs-de-Bataille (Battlefields Park/Plains of Abraham): Het grootste en bekendste park in Québec is Parc des Champs-de-Bataille, gelegen ten zuiden van de Citadelle. Het park vormde in 1759 het decor van een bepalende veldslag tussen het Franse en Britse leger: de Slag om Québec, die werd gewonnen door de Britten. Het wordt nog steeds als een groot verlies beschouwd door de Franse Québécois. Het motto van de provincie - ‘je me souviens’ (ik herinner me) - gedenkt de cruciale gebeurtenis. In het westen van het park ligt het Musée National des Beaux-Arts du Québec, dat een mooi overzicht van vierhonderd jaar kunst in de provincie Québec biedt. In het Musée du Fort, gelegen tegenover Château Frontenac, leer je aan de hand van een multimediaal diorama meer over de veldslag uit 1759.
Hôtel du Parlement: Dit grote parlementsgebouw uit eind negentiende eeuw ligt net buiten de stadsmuur en vormt nog steeds de zetel van het provinciale bestuur. Het is bereikbaar via de Port Saint-Louis, de mooiste stadspoort van Québec. In het bezoekerscentrum vind je meer informatie over het gebouw en de werkzaamheden van de provinciale regering. Hier vertrekken tevens meerdere keren per dag gratis rondleidingen door het gebouw.
Basilique-Cathédrale Notre-Dame-de-Québec: Deze neoclassicistische rooms-katholieke kathedraal dateert in de huidige vorm uit de achttiende en negentiende eeuw. De kerk heeft de oudste zetel van Noord-Amerika in de rooms-katholieke kerk. Bekijk het kerkmuseum, de mooie gebrandschilderde ramen en de crypte, die dienstdeed als eerste begraafplaats van Québec. Er liggen meer dan 900 mensen begraven, onder wie twintig bisschoppen en vier gouverneurs van Nieuw-Frankrijk. Rondleidingen door de kerk en de crypte zijn alleen op afspraak mogelijk.

Basse-Ville
Place-Royale: Place-Royale is het oudste en meest Europees ogende stuk van de stad. Het is namelijk de plaats waar ontdekkingsreiziger Samuel de Champlain in 1608 een fort stichtte, de allereerste permanent bewoonde Franse nederzetting in Noord-Amerika. Voor meer informatie over dit fort en de eerste inwoners van Québec kun je terecht in het Musée de la place Royale. Geschiedenisliefhebbers moeten ook zeker een kijkje nemen in de kleine Église Notre-Dame-des Victoires uit het einde van de zeventiende eeuw. De laatste noemenswaardige bezienswaardigheid aan Place-Royal is het architectonisch belangrijke Maison Chevalier, een huis uit 1752 dat opengesteld is voor publiek.
Musée de la Civilisation: Dicht bij Place-Royale ligt het Musée de la Civilisation, waar je een goede indruk van de cultuur van Franstalig Canada krijgt. Het moderne gebouw vormt een mooie mix met de omringende historische gebouwen.
Rue du Petit-Champlain: Met zijn vele restaurants, boetiekjes en kunstnijverheidszaken is de smalle Rue du Petit-Champlain de bekendste straat van Basse-Ville. Het vormt de hoofdstraat van Petit-Champlain, de oudste commerciële wijk van Noord-Amerika. Sta even stil bij huisnummer 102, waarop de geschiedenis van de wijk staat afgebeeld. De Rue du Petit-Champlain is tevens de locatie van de eerder genoemde Escalier Casse-Cou (‘Breakneck Stairs’) en het eind-/beginpunt van de funiculaire (bij huisnummer 16)

Dag 9: Quebec City - Tadoussac (walvis excursie) (216km)

Vandaag reis u langs de prachtige St. Lawrence baai met zijn fjorden en pittoreske dorpjes waarvan sommige dateren uit de 17e eeuw. U overnacht in Tadoussac.
Tadoussac ligt op de plek waar de Saguenay-river in de St. Lawrence-rivier uitmondt. Door de menging van het warme, zoete water van de Saguenay en het koude, zoute water van de St. Lawrence komt er veel krill voor. Krill vormt voedsel voor walvissen, die vaak gespot worden. Tadoussac is dan ook de perfecte locatie om mee te gaan met een walvisexcursie.

Walvissen spotten: Er zijn twaalf walvissoorten die St. Lawrence-rivier regelmatig bezoeken, waarvan de beschermde St. Lawrence-walvis meestal het hele jaar door te zien is. Misschien heb je wel het geluk een blauwe vinvis te spotten, het grootste zeezoogdier op aarde. Er zijn diverse aanbieders van walviscruises, gemiddeld duurt een tocht drie uur.
Parc marin du Saguenay - Saint-Laurent: Dit grote maritieme park bevat 's werelds grootste riviermond en een deel van het Saguenay-fjord, het langste fjord van Oost-Canada. Er leven onder andere St. Lawrence-walvissen. Vanaf de rotsen van Cap-de-Bon-Désir kun je goed de verschillende soorten ontdekken. Daarnaast is het park geschikt om te wandelen, kajakken en duiken.
Centre d'Interprétation des Mammifères Marins (CIMM): In het CIMM ontdek je waarom Tadoussac zo'n fijne leefplek is voor walvissen. Bestudeer een walvisskelet, ontdek de verschillen tussen walvissoorten en bekijk een informatieve film. In het centrum lopen deskundigen rond die al je vragen kunnen beantwoorden. Het CIMM is geopend van midden mei tot begin november.
Poste de Traite Chauvin: Vlak bij het CIMM staat een replica van de Chauvin-handelspost. De handelspost, die in 1600 gesticht werd door Pierre de Chauvin de Tonnetuit, is een van de vroegste bewijzen van contact tussen indianenstammen en Europese kolonisten. Een ander historisch bouwwerk in Tadoussac is de Petite Chapelle. De kerk stamt uit 1747 en behoort tot de oudste houten kerken van Noord-Amerika. Binnen is een kleine tentoonstelling over missionarissen in Nieuw-Frankrijk.
Wandelroutes: Een korte route is de Sentier-de-la-Coupe Trail, een half uur durende wandeling naar de Anse-à-l'Eau. Vanaf deze hoge heuvel midden in Tadoussac heb je een mooi uitzicht over het stadje en een deel van het Saguenay-fjord. Een andere aanrader is de Sentier de la Pointe-de-l'Islet Trail  (0,8 km), die naar Islet Point leidt. Hier heb je goede kans om walvissen te spotten. Langs de route staan informatieve borden. Beide routes starten in het centrum van Tadoussac.

Dag 10: Tadoussac - Trois Rivieres - Montreal (470 km)

Deze ochtend kan u deelnemen aan een walvisexcursie die u tot dicht bij de walvissen brengt. Deze enorme dieren hebben in de buurt van de monding hun ideale leefgebied gevonden. Dit is dan ook één van de beste plekken ter wereld om walvissen te zien. In de loop van de middag rijdt u terug naar Montreal via Trois-Rivières. Deze plaats dankt zijn naam aan de Saint Maurice-rivier, die zich bij de St. Lawrence-rivier splitst in drie aparte stromen. Het werd in 1634 gesticht en is daarmee de op één na oudste stad in Québec. Trois-Rivières ligt ongeveer halverwege Québec en Montréal en vormt daarmee een mooie stop tussen de twee grote steden.

Vieille-ville: Trois-Rivières heeft een oude stadskern met enkele gebouwen uit de achttiende eeuw. Het grootste deel van de gebouwen dateert echter van na de grote stadsbrand uit 1908. De mooiste gebouwen vind je langs de rivier, bij Rue des Ursulines. Wandel de Heritage Trail en kom aan de hand van informatieve panelen meer te weten over de geschiedenis van Trois-Rivières. Een routekaart is verkrijgbaar bij het toeristencentrum.

Monastère des Ursulines: De Ursulinenonnen, oorspronkelijk afkomstig uit Italië, vestigden zich in 1697 in dit klooster aan de Rue des Ursulines om de lokale bevolking te bekeren tot het christendom. Het klooster met de opvallende koepel deed tevens dienst als school en het eerste ziekenhuis in de regio. In het oude complex is het Musée des Ursulines gevestigd, dat historische boeken, kleding, beeldhouwwerken en godsdienstige voorwerpen toont. Vanuit de kloostertuin heb je een prachtig uitzicht over de St. Lawrence-rivier.

Musée Québécois de Culture Populaire: Voor een unieke kennismaking met de inwoners van de provincie Québec ga je naar het Musée Québécois. Aan de hand van uiteenlopende tentoonstellingen duik je in het sociale en culturele leven van de Québécois en ontdek je wat hen anders maakt dan de ‘standaard’ Canadezen. Direct naast het museum ligt de Vieille prison de Trois-Rivières, dat deel uitmaakt van het museum. Loop onder leiding van een gids (vaak een ex-gedetineerde) door de nauwe celblokken en ervaar hoe het leven er achter de tralies aan toeging.

Forges-du-Saint-Maurice National Historic Site: Forges-du-Saint-Maurice was niet alleen de eerste ijzerindustrie in Canada, maar ook het eerste Canadese industriële dorp. In de gieterij werden voornamelijk huishoudelijke artikelen gemaakt, zoals potten, pannen en ovens. In de beginjaren was de fabriek een van de meest geavanceerde van het land. Tegenwoordig is het een nationale historische plaats. Begin je bezoek in Grande Maison, met interessante tentoonstellingen in de kelders. Een etage hoger vind je een multimediavoorstelling die de werkzaamheden in de fabriek tot leven brengt. Vlak bij de fabriek loopt een mooie wandelroute door de omringende natuur.

Boréalis: Naast ijzerproductie is Trois-Rivières van groot belang voor de productie van papier. Het papier van vrijwel alle Canadese en Amerikaanse kranten komt uit Trois-Rivières. In Boréalis, gevestigd in een oude papierfabriek, kom je meer te weten over de pulp- en papierindustrie en alle aspecten die erbij komen kijken, zoals het kappen van bossen en het vervoeren van hout. Volg een rondleiding en neem deel aan een workshop om zelf papier te maken.

Notre-Dame-du-Cap Basilica: In het nabijgelegen Cap-de-la-Madelaine vind je Notre-Dame-du-Cap, de grootste Canadese kerk die aan Maria is gewijd. Het bedevaartoord trekt jaarlijks duizenden pelgrims. Bekijk de (Nederlandse) glas-in-loodramen, de oude kleine kerk uit 1720, St. Mary’s Lake en de bijbehorende tuinen.

Dag 11: Montreal -  Calgary / Banff Np

(U kan ook vliegen op Vancouver, programma wordt dan aangepast)

U vliegt naar Calgary, de stad die beroemd werd door de winterspelen van 1988 en tegenwoordig een snelle economische groei doormaakt als gevolg van de vele olievondsten in de regio. Nadat u uw auto in ontvangst heeft genomen rijdt u naar het westen waar de Rockies in de verte verrijzen. Het landschap verandert langzaam in een spektakel van rivieren, dennenbossen en besneeuwde bergen. U verblijft in Canmore aan de voet van de Rockies.

Dag 12: Banff Np

 Vanuit Canmore kunt u eenvoudig een bezoek aan het nabijgelegen plaatsje Banff met zijn levendige hoofdstraat brengen. Neem de Banff Gondola voor een spectaculair uitzicht en bezoek het gletsjermeer Lake Minnewanka.

Dag 13: Banff Np - Lake Louise (82km)

U rijdt via de prachtige Bow Valley Parkway, waar na elke bocht weer een prachtig uitzicht of een ontmoeting met de lokale fauna op u staat te wachten. Maak een korte wandeling naar de Johnston Canyon, waar een heldere waterval uw pad zal kruisen. Vervolg uw reis en kom uit bij de ‘diamant van de Rockies’, Lake Louise. Het bekendste gletsjermeer van deze regio.

Lake Louise is een kleine plaats midden in Banff National Park. De naam Lake Louise wordt voor zowel de plaats als het meer en de provincie gebruikt en is vernoemd naar prinses Louise Caroline Alberta (1848-1939). Aan het meer ligt het welbekende en luxueuze Fairmont Chateau Hotel gelegen, dat in de vroege twintigste eeuw gebouwd werd door de Canadian Railway. Ook als je niet in het populaire hotel overnacht, is het meer een goede bestemming voor een wandeling of kanotocht. Hoewel Lake Louise vaak wordt genoemd als hét skigebied van de Canadese Rocky Mountains, vind je er weinig winkels en uitgaansgelegenheden. De plaats en het meer Lake Louise worden omringd door hoge bergtoppen zoals Mount Temple (3.543 meter), Mount Whyte (2.983 meter) en Mount Niblock (2.976 meter).
Lake Louise: Het meer ligt op vijf kilometer van het plaatsje Lake Louise en heeft een oppervlakte van bijna een kilometer. Aan de oostelijke oever ligt het Fairmont Chateau Hotel. Lake Louise is een goede uitvalsbasis voor wandelingen in de omgeving. Moraine Lake en Lake Agnes zijn vanaf hier te voet te bereiken. In de omgeving van Lake Louise zijn onder andere Emerald Lake (Yoho National Park), Bow Lake (Banff National Park), Lake O'Hara (Yoho National Park) en Peyto Lake (Banff National Park) te vinden. In de zomer kleuren deze gletsjermeren prachtig groenblauw. In de winter zijn de meren bedekt met een dikke laag ijs en een groot pak sneeuw.
Fairmont Chateau Hotel: Dit is het grote hotel bij Lake Louise. Ook wanneer je hier niet overnacht is het de moeite waard het gebouw van binnen en buiten te bekijken. Op de benedenverdieping zijn een aantal winkel-, eet- en drinkgelegenheden.
Banff National Park: Het Banff National Park strekt zich uit langs de grens van Alberta en British Columbia. In dit park zijn onder andere de Athabasca Glacier, het Columbia Icefield en de Icefields Parkway te vinden die van Banff via Lake Louise naar Jasper in het noorden loopt. In de winter zijn er talloze wintersportmogelijkheden, in de zomer kun je er goed wandelen.

Als je de Icefields Parkway (Alberta Highway 93/Promenade des Glacierss) volgt vanuit de plaats Banff naar Jasper Village, kom je achtereenvolgens langs de volgende bezienswaardigheden:

Banff: Het relatief kleine plaatsje Banff is een van de meest toeristische plaatsen in Noord-Amerika. Banff heeft een pittoresk historisch centrum en staat bekend om zijn musea, galeries en moderne kunstencentrum. Elk jaar komen er zo’n vier miljoen bezoekers om te wandelen, golfen en zwemmen. In de winter is het een wintersportparadijs.
Fairmont Banff Springs: Het bekende ‘Castle in the Wilderness’ is de trekpleister van Banff. Het uit 1888 daterende kasteel was onderdeel van de luxueuze keten van resorts langs de historische Canadian Pacific Railway.
Banff Gondola: Met deze gondel bereik je binnen acht minuten de top van de Sulphur Mountain (2.281 meter). Je hebt er een geweldig uitzicht over de vallei. Er zijn verschillende korte wandelingen te maken.
Vermilion Lakes: 10.800 jaar woonden er al mensen in dit gebied. De reflectie van Mount Rundle in het water is zeker fotowaardig.
Castle Mountain: Deze rotsformatie van 2.766 meter hoog en 16 kilometer lang lijkt op een gigantisch kasteel.
Moraine Lake en Lake Louise: Bij het plaatsje Lake Louise vind je een afslag naar het gelijknamige meer en naar Moraine Lake. Moraine Lake staat bekend om haar helderblauwe water. Vanaf de parkeerplaats start een wandeling met mooie uitzichten op het meer. Lake Louise is misschien wel het meest gefotografeerde meer ter wereld. Het is vernoemd naar prinses Caroline Alberta Louise, de dochter van Queen Victoria.
Fairmont Chateau Lake Louise: Lake Louise is misschien wel het meest gefotografeerde meer ter wereld. Het is vernoemd naar prinses Caroline Alberta Louise, de dochter van Queen Victoria. Het wereldberoemde Fairmont Chateau Lake Louise ligt aan dit meer. Bij Lake Louise splitst de Trans-Canada Highway zich af en rijd je verder over de echte Icefields Parkway.
Bow Lake en Peyto Lake: Op ongeveer een half uur rijden van Lake Louise ligt Bow Lake, direct naast de weg. Na Bow Lake duurt het niet lang voor je Peyto Lake bereikt. Dit meer, waarvan de kleur haast onecht aandoet, hoort zeker thuis in de top drie van mooiste meren in de Canadese Rockies.
Mistaya Canyon: Mistaya Canyon is een smalle, diepe kloof waar een krachtige rivier (met waterval) doorheen stroomt. Via een brug kun je het spektakel van dichtbij bekijken. Je bereikt de kloof via een wandeling van een halve kilometer vanaf de parkeerplaats langs de weg.
Weeping Wall: Meer dan honderd meter hoge waterval.
Big Bend, Big Hill en Parker Ridge: Big Hill is berucht onder fietsliefhebbers vanwege de steile klim, die eindigt in een haarspeldbocht met de naam Big Bend. Vanaf hier beginnen veel wandeltochten. Parker Ridge is ook een goede uitvalsbasis om te gaan hiken; deze populaire 5,9 kilometer lange tocht voert je door een spectaculaire bergomgeving met de Saskatchewan Glacier, de grootste van de zes gletsjers van het Columbia Icefield.

Columbia Icefield Explorer: De grootste attractie aan de Icefields Parkway is het Columbia Icefield. Ga aan boord van de Ice Explorer, een voertuig dat over ijs en sneeuw kan rijden, en maak een tocht over het uitgestrekte ijsveld. De voertuigen rijden van midden april tot midden oktober en vertrekken elke 15 tot 30 minuten voor een tocht van anderhalf uur over de Athabasca-gletsjer. Reserveren is niet nodig. De tours vertrekken vanuit het Columbia Icefield Discovery Centre, dat een oriëntatie op de regio geeft. Bekijk hier de (interactieve) tentoonstellingen in de 'Glacier Gallery'. Vlak bij het welkomstcentrum ligt de Wilcox Creek Campground. Hier start een wandeling naar de Wilcox Pass. Heen en terug is het in totaal acht kilometer lopen (drie uur). Tijdens de wandeling heb je hele mooie uitzichten op het ijsveld en de omringende pieken. Aan de Icefields Parkway, op 6,5 km van het Icefield Discovery Centre, vind je de in 2014 geopende Glacier Skywalk. Dit platform met glazen bodem biedt je een heel indrukwekkend uitzicht hoog boven de grond. Ook voor bezoekers met (niet al te veel) hoogtevrees is de Glacier Skywalk toegankelijk; de bodem loopt schuin af, je hangt dus niet direct boven een diepe afgrond.

Sunwapta Falls: De Sunwapta Falls, gelegen op 50 kilometer voor Jasper, stort in een kalkstenen kloof 18 meter de diepte in en doet zijn naam eer aan: Sunwapta is een inheems woord voor 'turbulent water'. Aan het eind van de lente is de waterval op zijn mooist.
Athabasca Falls: 25 kilometer verderop langs de Parkway tref je een tweede waterval; de Athabasca Falls. Met een val van 23 meter is dit voor Rocky Mountains-begrippen een kleine waterval, maar de kracht waarmee de grote hoeveelheid water naar beneden stort is ongekend. Voor een beter zicht op het natuurgeweld zijn er platforms en een brug aangelegd.
Jasper: In en om Jasper zijn verschillende toeristische trekpleisters, met het nationale park als voornaamste. Een aanrader is de Jasper SkyTram, een kabelbaan die je in zeven minuten naar een 2.277 meter hoge bergtop brengt. In het Parks Canada Information Centre, een 'National Historic Site' uit 1913, vind je nuttige informatie over de omgeving en mogelijke activiteiten.

Dag 14: Lake Louise - Columbia Icefields - Jasper (230 km)

Na het ontbijt wacht u weer een mooie dag. U rijdt via de fotogenieke Icefield Parkway langs de mooiste plekjes van de Rockies om uit te komen bij de Athabasca Gletsjer. De meeste mensen komen hier voor een dagtochtje, maar u zult op deze bijzondere plek overnachten.

De Icefields Parkway is de beroemdste weg door de Rocky Mountains. De toeristische route loopt parallel aan een deel van de Continental Divide, de bergrug die het Noord-Amerikaanse continent in twee delen splitst. De Icefields Parkway loopt 230 kilometer door Jasper National Park naar Lake Louise, in Banff National Park. Hier sluit de weg aan op de Trans-Canada Highway (Highway 1). Onderweg zie je veel natuurpracht, van besneeuwde bergtoppen en gletsjers tot turkooizen meren en klaterende watervallen. Het meest bekende punt langs de weg is het Columbia Icefield, dat je in een speciaal voertuig kunt betreden. De Icefields Parkway is een tolweg: je betaalt tol naast de entreegelden of de eenmalige kosten voor je National Park Pass.

Nadat u de zon heeft zien opkomen, schijnend over de enorme ijsvlaktes, rijdt u naar Jasper waarbij u langs watervallen en spectaculaire passen komt.
Het gastvrije, pittoreske stadje Jasper ligt midden in Jasper National Park, het grootste park in de Canadese Rockies. Het park bestaat uit gletsjers, kristalheldere meren, watervallen, diepe kloven en dichte, groene bossen. Je vindt er meer dan duizend kilometer wandelpaden. In de winter heb je uitzicht op besneeuwde bergtoppen en zie je bevroren watervallen. Jasper is dan een echt winterwonderland. Jasper National Park staat echter vooral bekend vanwege het vele wild dat er leeft, waaronder elanden, herten en beren.

In de omgeving van Jasper raden wij u aan om een dagtocht te maken naar het Maligne meer, het grootste meer van de Rockies. Een boottocht over het meer is zeker de moeite waard, maar u kunt natuurlijk ook een kano huren en zelf het meer verkennen. In deze omgeving komen grote aantallen elanden en herten voor.

Columbia Icefield: Helemaal in het zuidoosten van Jasper National Park, op circa honderd kilometer van Jasper Village, ligt het Columbia Icefield. Het ijsveld, dat zich gedeeltelijk langs de Icefields Parkway uitstrekt, heeft een oppervlakte van 325 vierkante kilometer. Het is daarmee een van de grootste ijsmassa's onder de Noordpoolcirkel. Met een speciaal ontworpen voertuig - de Ice Explorer - is het van half april tot half oktober mogelijk om een tocht over de Athabasca-gletsjer te maken. Elke trip van tachtig minuten vertrekt vanaf het Icefield Discovery Centre en wordt geleid door een ervaren gids, die vertelt over de gletsjers, ijsvelden en de omgeving. Tijdens de rit kun je uitstappen om zelf de gletsjer te bewandelen. Aan de Icefields Parkway, op 6,5 km van het Icefield Discovery Centre, vind je de in 2014 geopende Glacier Skywalk. Dit platform met glazen bodem biedt je een heel indrukwekkend uitzicht hoog boven de grond.
Sunwapta Falls: Vijftig kilometer verder in noordoostelijke richting ligt een andere bezienswaardigheid: de Sunwapta Falls die in een kalkstenen kloof 18 meter de diepte in stort. Sunwapta is een inheems woord voor 'turbulent water'. Aan het eind van de lente, als de dooi het sterkst is, is de waterval op zijn mooist.
Athabasca Falls: Na de Sunwapta Falls kun je een stop maken bij de Athabasca Falls. Deze behoort tot de meest ruige watervallen in de Rocky Mountains. De Athabasca-rivier stroomt met veel lawaai door een smalle kloof. Voor een beter zicht op het natuurgeweld zijn er platforms en een brug aangelegd. De waterval ligt nabij de kruising van de Icefields Parkway met Parkweg 93A. Parkweg 93A loopt evenals de Icefields Parkway naar Jasper en telt verschillende picknickplaatsen. Aan deze weg begint de route naar Mount Edith Cavell (niet toegankelijk voor campers), een geliefde tocht vanwege het uitzicht op Angel Glacier.
Marmot Basin: Jasper en omgeving bieden perfecte mogelijkheden tot skiën. Skiërs kunnen uit een breed scala van tochten kiezen: van korte trips tot meerdaagse excursies. Naast schaatsen, sleetje rijden en snowboarden staat heli-snowshoeing op de keuzelijst. Bij heli-snowshoeing maak je een vlucht boven de bergen, waarna je in een berggebied afgezet wordt en de sneeuwschoenen aantrekt voor een prachtige wandeling door de verse sneeuw.
Jasper Village: De topattractie van de plaats Jasper is de Jasper Skytram. De kabelbaan brengt je naar de 2.277 meter hoge Whistlers Mountain, waar je bij helder weer meer dan tachtig kilometer van je af kijkt en een goed beeld krijgt van de uitgestrektheid van het park. Op de berg zijn verschillende wandelpaden, een souvenirwinkel en een restaurant. Eenmaal weer beneden kun je kiezen voor de Discovery Trail, een acht kilometer lange tocht rond de stad of een bezoek aan een van de musea. Leuke musea zijn het Jasper-Yellowhead Museum, met documenten en gebruiksvoorwerpen die de geschiedenis van de eerste kolonisten en het park vertellen, en het Den Wildlife Museum. Hier staan de wilde dieren centraal die in Jasper National Park voorkomen.
Maligne Lake: Aan Maligne Road in Jasper National Park liggen drie bezienswaardigheden: Maligne Canyon, Medicine Lake en Maligne Lake. Maligne Lake is het op een na grootste meer ter wereld dat uit smeltwater van een gletsjer bestaat. Een anderhalf uur durende boottocht voert je langs de bergen met hun gletsjers naar Spirit Island, een klein eilandje midden in het meer. Het uitzicht op dit eiland is een van de meest beroemde uitzichten van de Canadese Rocky Mountains. Stop op de terugweg even bij Medicine Lake. De Maligne-rivier heeft hier geen doorgang over land en duikt voor een aantal kilometers onder de grond. In Maligne Canyon komt het water even aan de oppervlakte.
Maligne Canyon: De kalkstenen wanden van de Maligne Canyon zijn op sommige plaatsen meer dan vijftig meter diep. Een speciaal pad loopt via zes bruggen naar een plek met zicht op de wilde Maligne-rivier. In de winter is het mogelijk met een gids een canyontour te doen en over de bevroren bodem van de kloof te wandelen.
Miette Hot Springs: Dit zijn de warmste bronnen van de Canadese Rockies. Water van 54 graden komt omhoog uit het binnenste van de aarde en wordt afgekoeld tot een aangename temperatuur voordat het de baden instroomt. Een ideale plek om tot rust te komen en tegelijkertijd van de omgeving te genieten.

Dag 15 +16: Jasper - Wells Grey Np (326 km)

U verlaat vandaag de Rockies. Bij helder weer kunt u Mount Robson (3945 m) zien, de hoogste berg. De bijnaam van Wells Gray Provincial Park is 'Waterfall Park'. Dit is niet voor niets: er zijn maar liefst 250 watervallen te vinden, in alle soorten en maten. De bekendste zijn de Spahats Falls, Dawson Falls en Helmcken Falls, die allemaal gemakkelijk te bereiken zijn. Met een hoogte van 141 meter Helmcken Falls de vierde hoogste waterval in Canada. Het parklandschap bestaat voor het grootste gedeelte uit vulkanisch gesteente en heeft haar specifieke vormen gekregen door onder andere gletsjers, smeltwater en rivieren.

Spahats Creek Falls: Tien kilometer ten noorden van Clearwater, vlak bij de parkingang, klatert de Spahats Creek Falls over kliffen ongeveer 75 meter naar beneden. De Spahats Creek heeft op deze manier een 122 meter diepe canyon in het lavagesteente gesleten. Bij het bijbehorende uitzichtpunt heb je een weids uitzicht over de Clearwater Valley.
Trophy Mountains: De Trophy Mountains zijn 2.575 meter hoog en aan de noordzijde bedekt met gletsjers. Op de zuidzijde liggen meertjes en groene weides die 's zomers vol wilde bloemen staan. De hooggelegen weiden zijn een van de meest toegankelijke in British Columbia. Neem de gravelroad rechts voorbij Spahats Creek en volg Road 10 en 201 tot aan de parkeerplaats. Hier begint een trail die je binnen een uur wandelen toegang biedt tot de mooie bergweiden.
Moul Falls: Een waterval die vaak overgeslagen wordt omdat hij niet vlak bij de weg ligt, is de 35 meter hoge Moul Falls. Het is de enige waterval in het park waar je achterlangs kunt lopen. Het pad is glibberig en smal en komt uit in een grot. Vanaf de parkeerplaats aan de Valley Road is het ongeveer een uur wandelen.
Dawson Falls: Volg na de Spahats Creek Falls de Clearwater Valley Road nog circa veertig kilometer in noordelijke richting en je komt bij de Dawson Falls. De waterval is twintig meter hoog en maar liefst negentig meter breed, wat hem de bijnaam 'Little Niagara Falls' geeft. Het uitzichtpunt ligt ongeveer tien minuten wandelen van de weg. Loop nog een klein stukje verder en je komt vlak bij de waterval uit.
Helmcken Falls: De meeste mensen vinden Helmcken Falls de mooiste van alle watervallen in het park. De waterval is met zijn 141 meter hoogte de vierde grootste waterval van Canada. Het water dondert de diepte in over een vulkanische klif. Je bereikt de waterval door vijf kilometer na de Dawson Falls een zijweg van de Clearwater Valley Road te nemen.
Clearwater Lake/Azure Lake: Een stuk na de afslag naar Helmcken Falls verandert de verharde Valley Road in een gravelweg. Aan het eind liggen het 22 kilometer lange Clearwater Lake en het bijna even lange Azure Lake. Aan de zuidelijke oever van Clearwater Lake kunnen kano's, kajaks en motorbootjes te water gaan. Via het water zijn watervallen, enkele kampeerplekken en trails in het achterland te bereiken. Er zijn kano's en kajaks te huur en er worden boottours aangeboden.

Dag 17: Wells Grey Np - Whistler  (420 km)

Whistler is een resortstadje dat vooral bekend is vanwege een van de grootste skigebieden van Noord-Amerika: Whistler-Blackcomb. In de zomer kun je er goed wandelen, fietsen, golfen en genieten in de spa's. Rond Whistler liggen verschillende meertjes met zandstranden. Vergeet vooral niet een rit te maken met de Peak-to-Peak Gondola, een gondel tussen de twee hoge bergtoppen.

Blackcomb: Pak de Blackcomb Gondola naar de top van de berg en geniet hier van het uitzicht. De gondelbaan is het hele jaar door in gebruik, dus ook in de zomer kun je de berg op om een mooie wandeling te maken. Skiërs en snowboarders hebben in het sneeuwseizoen de keuze uit meer dan dertig liften en 200 afdalingen met een maximale hoogte van 1.500 meter.
Peak 2 Peak: Ga met de rode gondels van Blackcomb naar Whistler Mountain en geniet van het overweldigende 360-graden uitzicht, meertjes, gletsjers en bossen. Vanaf de twee bergtoppen heb je toegang tot verschillende wandelpaden. De lift overbrugt een afstand van 4,4 kilometer en hangt op 436 meter hoogte.
Whistler Valley Trail: De natuurlijke bezienswaardigheden van Whistler worden met elkaar verbonden door de veertig kilometer lange Whistler Valley Trail. Zo kun je heel makkelijk van meertje naar uitzichtpunt naar golfbaan wandelen of fietsen zonder iets te missen. In de meertjes kan in de zomer gezwommen worden. Alleen al aan Alta Lake liggen drie parken met strandjes. Lakeside Park, aan de zuidoostelijke oever, heeft naast een zandstrand ook een speelplaats voor kinderen en picknicktafels met barbecues. In de zomer zijn er kano's te huur. Rainbow Park, eveneens met zandstrand, ligt aan de noordzijde en is vaak wat minder druk. Op deze locatie stond de vroegere Rainbow Lodge, het allereerste gebouw van Whistler. Wil je graag kajakken, ga dan naar het aan de zuidoever gelegen Wayside Park. Tussen Alta Lake en Green Lake stroomt de River of Golden Dreams. Hier kun je goed kanoën en kajakken met de kans wilde dieren tegen te komen.
Whistler Museum & Archives: Dit is de plaats om de menselijke en natuurlijke geschiedenis van het gebied te ontdekken. Ook het Olympische verleden behoort daartoe. Het museum organiseert wandelprogramma's, genaamd Valley of Dreams, waarbij je onder leiding van een gids een soort stadswandeling maakt.
Whistler Brewing Company: Sinds 1989 beschikt Whistler over een eigen bier dat wordt gebrouwen in de Whistler Brewery. Het bier is naar eigen zeggen geïnspireerd door de schitterende omgeving van Whistler en de manier van leven in de bergen. Je kunt een rondleiding door de brouwerij maken, waarbij je vier soorten bier mag proeven. Bovendien verzorgt de brouwerij regelmatig evenementen, zoals het Oktoberfest in oktober.
Squamish Lil'wat Cultural Centre: In dit centrum is zowel oude als moderne kunst van indianen te zien. Je maakt hier op een interactieve manier kennis met de kunst, geschiedenis, muziek en dans van oude culturen.
Floatplane Tours: Uniek voor de kustregio van British Columbia zijn de Floatplane Tours. Vanuit Whistler kun je met een watervliegtuig een vlucht maken over de bergketens, gletsjers, valleien, rivieren en meren die Whistler omringen. Je kunt kiezen uit verschillende tours, zoals een gletsjertour of een picknick aan een kristalhelder bergmeer.

Dag 18: Whistler - overzet Horseshoe Bend naar Nainamo - Tofino (370 km)

Via de panoramische ‘Sea-to-Sky’ Highway rijdt u van Whistler naar Vancouver om de overzet naar Nainamo te nemen. Deze rit brengt u door een landschap van fjorden, hoge bergen en indrukwekkende watervallen.
Tofino heeft nog geen 2.000 inwoners, maar wordt het hele jaar door bezocht door toeristen. Van half maart tot half april staat de plaats in het teken van de walvismigratie. Vanuit het zuiden zwemmen duizenden grijze walvissen naar de voedselrijke wateren van Alaska. Daarbij komen ze langs de kust van Clayoquot Sound. Ook buiten de periode van de walvismigratie zijn deze grote zeezoogdieren te spotten. Vanuit Tofino worden talloze (boot)excursies georganiseerd om de dieren in hun natuurlijke habitat te observeren. Ook zijn er berencruises, waarbij je op zoek gaat naar zwarte beren. Eveneens populair is een trip naar Hot Springs Cove, een inham in een oud regenwoud met natuurlijke warmwaterbronnen.

Long Beach: Long Beach ligt ten zuiden van Tofino en maakt deel uit van het Pacific Rim National Park. De hoge golven, het toegankelijke zandstrand en de temperatuur van het zeewater maken Long Beach de populairste surflocatie van Canada. In de zomer vind je er bovendien veel zonaanbidders en tijdens stormen verzamelen zich er mensen om naar de hoge golven te kijken. De enige grote toegangsweg naar Tofino (Highway 4) voert je langs Long Beach. Breng een bezoek aan het Kwisitis Visitor Center op Wickaninnish Beach om meer over het park en de First Nations te weten te komen. Ook starten er vanaf het strand verschillende routes door het regenwoud en langs de kust. In het parkreservaat zijn verschillende wilde dieren te vinden, zoals eekhoorns, marters en wasberen. Als je iets meer geluk hebt zie je er herten, zwarte beren of zelfs een poema of wolf. Zeedieren die je kunt spotten zijn walvissen, orka's en zeeleeuwen.

Walvissen: In maart staat Tofino in het teken van de grijze walvis. In maart vindt de jaarlijkse migratie plaats: vanuit het zuiden zwemmen ze naar de voedselrijke wateren van Alaska. Daarbij komen ze langs de kust van British Columbia. Elk jaar passeren er zo'n 25.000 walvissen de kust van Clayoquot Sound. De grijze walvis is de enige walvissoort die zijn voedsel zoekt op de bodem van de zee en is de enige soort die zich op zijn gemak voelt in ondiep water, waardoor ze goed te zien zijn als ze Clayoquot Sound passeren. Van midden maart tot midden april, dus ten tijde van de walvissentrek, vindt in Tofino en Ucluelet het jaarlijkse Pacific Rim Whale Festival plaats. Er zijn dan verschillende tentoonstellingen en festiviteiten. Walvistours vinden vaak plaats van maart tot en met oktober; ook buiten het migratieseizoen bestaat de kans om de dieren te spotten. Sommige walvissen blijven achter en andere leven permanent in de wateren rond Vancouver Island.

Whale Centre & Museum: In het Whale Centre zijn allerlei soorten objecten te zien die verzameld zijn door de lokale bevolking van Tofino. Je vindt er traditionele walvisvangstmaterialen, oude navigatiekaarten, sieraden en als hoogtepunt een compleet skelet van een grijze walvis. Ook zijn er tours te boeken, waaronder wandeltochten en beer- en walvisexcursies.

Tonquin Beach: Onder Tofino ligt een mooi wit zandstrand met nog mooiere zonsondergangen: Tonquin Beach. Via een korte wandeling door het bos bereik je het kleine, afgezonderde strand waarvandaan je Wickaninnish Island en Felice Island ziet. Het eiland is vernoemd naar een Amerikaans handelsschip dat in de negentiende eeuw voor de kust zonk. Het wrak werd nooit gevonden en kreeg de bijnaam 'the Ghostship of Clayoquot Sound'.

Dag 19: Tofino (walvis of beerspotting)
Start uw dag met slenteren langs Long Beach op zoek naar zeeleeuwen, zeehonden of schelpen.
Tofino is ook een plaats van waaruit ochtendexcursies georganiseerd worden voor het spotten van walvissen, per zodiac ga je op ontdekkingstocht naar de grijze walvis. Als je de beer observatie excursie doet, ga je aan boord van de  Explorathor, een boot met 40 plaatsen en vaar je langs de kust om aan te komen bij de plaats waar de beren bij eb hun voedsel komen zoeken.
Langs de kust van British Columbia leven meer dan 20 soorten walvissen. Ieder jaar opnieuw trekken zo’n 17.000 walvissen van de rijke visgronden van Noordelijke IJszee naar de kust van Mexico om te paren. De walvissen blijven vaak dichtbij de kust en zijn dus goed vanaf de kust te bewonderen. De grootste kans om walvissen van dichtbij te spotten is tijdens een whalewatch. Het seizoen loopt van maart tot en met oktober.

Het Pacific Rim National Park is één van de meest populaire natuurgebieden in British Columbia. Het park ligt aan de westkant van Vancouver Island en is voornamelijk bekend geworden door de vele walvissen die hier leven, fjorden, gletsjers en de mystieke maanvormige stranden omzoomd door eeuwen oud gematigd regenwoud. Je kan hier een aantal mooie korte wandelingen doen zoals het Schooner Cove Trail, wandelen door het dichte oerbos en eindigen op een groot strand. Dit alles in het gebied van de oorspronkelijke “Tla-oh-qui-aht” indianen, die nu een kleine nederzetting aan de rand van de trail bewonen. Let u moet meer dan 600 trappen doen !!
Of u kan het Rainforest Trail doen, deze korte wandeling is adembenemend, metersdikke rode ceders, sommigen vele honderden jaren oud, houden 90-95% van alle zonlicht tegen en zorgen ervoor dat nagenoeg alle vocht dat vanaf de vochtige bodem verdampt weer terug omlaag druppelt, daarbij een uniek klimaat creëren voor de bodemvegetatie.

Dag 20: Victoria ( walvisspotting)

Victoria, de hoofdstad van de provincie British Columbia, heeft een Engelse uitstraling en claimt Engelser te zijn dan Engeland. Zo rijden er rode dubbeldekkers rond, zijn veel huizen in tudorstijl gebouwd en vind je er verzorgde tuinen die de stad de bijnaam 'City of Gardens' hebben bezorgd. De Butchart Gardens en Hatley Castle zijn er voorbeelden van. Victoria is met meer dan 2.200 jaarlijkse zonuren een van de meest zonnige plaatsen in British Columbia. Het is een ideaal klimaat voor veel planten en bloemen, die goed gedijen in de vele tuinen. Er groeien veel exotische plantensoorten die in het overige deel van Canada niet tot nauwelijks voorkomen. Zo kom je in Victoria onder andere eikenbomen, eucalyptus en bananenpalmbomen tegen. Een hoogtepunt op cultureel gebied is het Royal British Columbia Museum, waar de nadruk ligt op de geschiedenis van Victoria en British Columbia.

Of neem deel aan een 3 uur durende observatie cruise per zodiac om walvissen en orca's te spotten. Tijdens een 50 tot 80 km boottochtje ga je in de zeeëngte van Georgië op zoek naar deze dieren.

Old Town: Het oude stadsdeel van Victoria was het westelijke hoofdkwartier van de Hudson's Bay Company. Veel gebouwen en pleinen uit de negentiende eeuw zijn in stijl gerestaureerd, zoals het Bastion Square. Aan Market Square staan eveneens mooie historische gebouwen. In dit deel van de stad vind je ook het maritiem museum, dat gehuisvest is in de oude provinciale rechtbank. De rechtszaal uit 1889, waar rechter Matthew Begbie verschillende doodvonnissen (middels ophanging) uitsprak, verkeert nog in de oorspronkelijke staat.
Inner Harbour: Het parlementsgebouw en Empress Hotel domineren het architectonische landschap van Victoria’s Inner Harbour. Het is aan te raden om deze gebouwen van zowel de binnen- als buitenkant te bekijken. Grote schilderijen en pleisterwerk sieren de muren. De tuinen zijn ook een bezoek waard: bloemenvelden, fonteinen en standbeelden steken af tegen de haven en bergen op de achtergrond. Verder vind je bij de haven veel winkels, restaurants en populaire attracties. Het is ook mogelijk om mee te gaan met een ferry voor een tour door de haven.
Royal British Columbia Museum: Dit geschiedkundig museum ligt ook in de Inner Harbour en werd in 1886 geopend. Het kreeg de titel ‘Royal’ bij een bezoek van Queen Elizabeth II in 1986. In 2003 fuseerde het museum met de British Columbia Provincial Archives. Het museum bevat drie permanente tentoonstellingen: een natuurhistorische, een over moderne geschiedenis en een met de First Nations als onderwerp. In de natuurhistorische tentoonstelling vind je weergaven van de verschillende natuurgebieden in de provincie, met prehistorische bewoners zoals mammoeten. De First People’s galerie laat je zien hoe het leven voor en na de komst van de Europeanen eruitzag. Op het terrein van het museum staat het in 1852 gebouwde Helmcken House: een van de oudste gebouwen van de provincie. Het huis is ingericht met origineel meubilair.
Thunderbird Park: Naast het Royal British Columbia Museum ligt Thunderbird Park, met daarin totempalen die door inheemse volken gemaakt zijn. In het park bevindt zich tevens het Mungo Martin House (Wawadit’la); een traditioneel huis uit 1953, gebouwd door Mungo Martin, het hoofd van de Kwakwaka’wakw-stam. Mungo Martin is een van de belangrijkste bijdragers aan de Kwakwaka’wakw-kunst, die zich kenmerkt door houtsculpturen en de kleurrijke schilderkunst.
Beacon Hill Park: Het park is 75 hectare groot en bevat speelvelden, bloementuinen, exotische plantensoorten en een kinderboerderij. Bovendien staat er ook een boom die in 1929 door Winston Churchill werd geplant. Vanuit het park heb je een goed uitzicht op de Strait of Juan de Fuca, die de grens tussen Canada en Amerika vormt. In het park wordt sinds de negentiende eeuw cricket gespeeld en 's zomers vinden er veel openluchtconcerten plaats.
Craigdarroch Castle: In het historische Rockland District, achter de binnenhaven, liggen oude villa's met prachtige tuinen. Craigdarroch Castle is er een van. Het is een kasteelachtig herenhuis uit het Queen Victoria-tijdperk. Het 'huis' werd in 1890 gebouwd en bevat 39 kamers, over een totale oppervlakte van 1.900 vierkante meter. De eerste eigenaar, de rijke steenkolenbaron Robert Dunsmuir (voorheen simpele Schotse immigrant), overleed voordat de bouw klaar was. Het hetzelfde geldt voor de architect. Toch heeft dit geen invloed gehad op de voltooiing: het werk is in een en dezelfde stijl voltooid. Bijzonder zijn de luxueuze, stijlvolle meubilering en aankleding, het gebrandschilderde glaswerk en het zeer gedetailleerde houtwerk.
Christ Church Cathedral: De kathedraal is gebouwd in gotische stijl tussen 1926 en 1929. De kerk is afgewerkt met zandsteen en graniet en is een van de laatste kerken in Canada met echte klokken. De twee torens zijn 26 meter hoog.

Dag 21: Victoria Swartz Bay ferry naar Tsawassen Vancouver (70km)
De boottrip is een belevenis op zich, het immense schip (ongelooflijk hoeveel auto’s, motoren, campers, bussen en vrachtwagen men over 3 dekken verdeelt) manouvreert tussen een groot aantal kleinere eilandjes voor de kust van het grote Island door, hiermee de passagiers een prachtig decor voorschotelend. Als je geluk hebt kan je tijdens de overtocht zelfs orca’s of walvissen zien.

Dag 22: Vancouver

Vandaag heeft u de hele dag tijd om de 'City of Sails' te ontdekken. Enkele suggesties:

Robson Street is de straat van zien en gezien worden. Deze straat is gezellig, met boetiekjes, terrassen, koffiehuisjes en restaurants. Loop je voorbij Burrard Street, dan kom je bij de Vancouver Art Gallery en de Law Courts. De Vancouver Art Gallery heeft interessante kunsttentoonstellingen van Canadese kunstenaars, gecombineerd met toppers, zoals Rodin of Georgia O'Keeffe. De gerechtsgebouwen hebben een bijzondere architectuur: langwerpig, puntig en helemaal van glas.  Aan de Cruiseship Terminal kan je cruiseschepen zien liggen, die door de Inside Passage naar Alaska varen. Hier vind je ook een IMAX-theater, waar je indrukwekkende films kunt zien over bijvoorbeeld Alaska. Hierna loop je naar de Harbour Tower. Vanaf deze toren heb je een prachtig, panoramisch uitzicht over Vancouver en haar prachtige natuur.
Gastown: het oudste deel van Vancouver, inclusief klinkertjes en een bijzondere stoomklok die stoom blaast en fluit om het kwartier. Gastown dankt zijn naam aan Gassy Jack. Deze Britse zeeman en barhouder is nu te zien als beeld, staand op een whiskeyvat. In de achttiende eeuw werd er namelijk vanuit forten door heel Canada gehandeld in bont en whisky. Direct aansluitend vind je Chinatown: enorm kleurrijk door de verschillende marktstallen met voedsel en specerijen. Iets zuidelijker ligt de trendy wijk Yaletown, waar je in pakhuizen moderne interieurwinkels, bistro’s en bars vindt. Hier is het ’s avonds goed toeven.
Granville Island ligt weer net ten zuiden van Yaletown. Deze plek kun je met een schattige watertaxi bereiken. Granville Island bestaat uit een grote, overdekte versmarkt, waar je je ogen uitkijkt! Verse vis (zoals zalm), groentes en andere verse producten zijn prachtig uitgestald. Je kunt hier zelfs een culinaire rondleiding krijgen! Rondom de markt vind je kleine winkels met kunst, sieraden en boeken. De Indiaanse kunst is prachtig, maar heel kostbaar. En op Granville Island kun je natuurlijk ook genieten en lekker eten en drinken! Van kleine markstalletjes tot grote terrassen buiten, waar je kunt uitkijken over de jachthaven van Vancouver en de moderne gebouwen van de stad.
Stanley Park, dit stadspark is bijzonder, want het bestaat uit eeuwenoud, gematigd regenwoud. Je vindt hier veel varens en een weelderige begroeiing. Ook is er een collectie totempalen te zien. De First Nations People van de kust van British Columbia maakten namelijk kano’s, totempalen en longhouses van hout, met houtsnijwerk en meestal dieprode beschilderingen. In Stanley Park kun je het Vancouver Aquarium bezoeken: je ziet er orka’s, dolfijnen en zeeottertjes.
Lions Gate Bridge verbindt Stanley Park met Noord-Vancouver. Deze brug is een zusje van de Golden Gate  Bridge: groen, iets minder indrukwekkend en van dezelfde architect. Als je via de Lions Gate-brug naar Noord-Vancouver rijdt, breng dan een bezoekje aan de Capilano Suspension Bridge. Deze brug is van touwen gemaakt, is ongeveer 130 meter lang en hangt boven een diepe, fluweelgroene canyon van bijna honderd meter diep. De brug is van oorsprong gebouwd en gebruikt door de First Nations People. Rondom deze brug kun je verder kennismaken met de Indiaanse cultuur. Er worden totempalen gesneden en je kunt verschillende staande totempalen bewonderen. Aan de andere kant van de brug kun je een wandeling maken: hoog tussen de toppen van het gematigde regenwoud, op speciaal aangelegde touwenpaden tussen de bomen. Na een bezoek aan Capilano Suspension Bridge rijd je nog iets verder voor een bezoek aan Grouse Mountain. Met een gondel bereik je de top van deze berg, waar je een prachtig uitzicht hebt over Vancouver. Op Grouse Mountain is een grizzly-habitat, waar een aantal grizzlyberen leeft. Als bezoeker kun je deze beren vanaf veilige afstand aanschouwen.

Dag 23: Vancouver - Brussel

Sri Lanka Reizen ?